Steven cycling the world

Finished!

I'm back, back to where everyone wears wooden shoes, lives in windmills under sea level and grows tulips and cannabis in their backyard, and back to where it's spring instead of autumn. I've thoroughly enjoyed the two weeks I spent in Sydney and vicinity, climbing the Sydney Harbour Bridge, kayaking under the same bridge, walking in the Blue Mountains, and visiting family and newly made friends (thanks for all that!). I will now try to get to living a normal life, studying musicology in Utrecht (all the while secretly planning my next trip of course), and riding on the right side of the road.

Thanks for those who managed to stay awake while reading about my dull and uneventful trip, it's been a blast!

10000

I've reached Sydney (after some sandy days at the beach and avoiding the cars that are everywhere around here), and the tenthousand kilometer mark! In the past year I've managed to push my bike and abundant gear over the toughest of mountain passes, the bumpiest of roads and into the hardest of winds, and we survived! Never were my problems so big that I had to hitch or take a bus (sometimes I was lazy enough to get myself a ride though), and luckily I never got lost.

I'm now staying with family and slowly but steadily I'm starting to eat less and waking up later (this morning at 8, as opposed to 5:30 the day before I arrived). The rest of the week and a half I'm going to relax, walk around Sydney, and visit the Blue Mountains and do some hikes over there - that is, if the blisters on my foot aren't going to give me too hard a time. You'd think that after one year I'd be smart enough not to walk on sandals for hours... Apparently I wasn't.

Anyway, so long as I don't get swine flu I'll be back in my kikkerlandje Sunday next week, probably gasping at the green pastures (admittedly, Sydney is pretty green and gets more rainfall than Holland)!

The long and winding road

The last few days I spent much of my time riding on washboards (ironically my bike got dirty) on some of the most unforgiving climbs and downhills I've ever encountered. That's right, I went through pretty much deserted country over a gravelroad that at times was pretty rough.

Starting in Omeo, where I asked around if the road was suitable for a bike, and if I would find running water along the way, I set out for a three-day journey through nothing but mountainous countryside. As soon as I hit the gravel I cursed myself for choosing to go this way. On a fairly steep downhill I had the choice between gravel on one side of the road, or a washed out other half. I didn't want to be too uncomfortable, so I chose the first. The gravel turned out to be so deep that I wasn't able to control my bike, so I did what I learned to do: don't break and hope you don't crash. I survived, and knew that it wasn't going to be a walk in the park.

After hours of climbing and sliding down (luckily the road was much better after that first event) I started to worry about the second issue: water. My map showed a few creeks and rivers, but all of them had been dry thus far. Coming down yet another hill I finally ran into a 'river': a waterstream not wider than a meter, and only 5-10cm deep, but the water was flowing and I filled up my bottles.

I set up camp at a campsite, where a family had already started making a fire. Asking about what was waiting for me, they weren't too positive: they thought that it'd take me at least three more days to get to Jindabyne. Not just that, but they also said that from Suggan Buggan to Jindabyne (which was 80km) it was 'all uphill'. At that point I had found out that, as with most Ozzy advice, I had to take that with a grain of salt. Still they were worried, so they gave me apples, mandarines and a cake.

The second day started the way the first had ended: a pretty tough climb up to the highest point on the road (1470m), followed by a bumpy downhill. After reaching Suggan Buggan, which is nothing more than a historic school house, and another place to resupply on water, I waited for that big uphill. After 20km of hilly country I realised that there was no 'all uphill' from Suggan Buggan to Jindabyne. The guy that camped at the same site that night confirmed that. He seemed a lot more reliable, telling me that I just had a long climb up to the sealed road, 25km from Jindabyne. It was going to be a tough one though.

He was right. I had to climb from 200m to around 1300 and at an average of about 8%, and having done the equivalent of riding up from the sea to the summit of Mont Blanc in the past four days, and the fact that the road quality was the worst of all three days, meant that when I got to Jindabyne (in the anticipated three days and with plenty of food left!) I was tired enough to allow myself a rest day (I already had one before the mountains, but that was because I was getting my wheel respoked). And by rest day I mean forcing myself to do nothing, I almost got on my bike this morning to ride to Charlotte Pass and climb Australia's highest mountain, Mt. Kosciuszko, which rises to a humongous 2229m. Since the weather doesn't look too promising for the next week, I'll skip that and leave it for next time.

I'd rather go with the wind and head down to a little warmer weather, hopefully accompanied with not too much rain. I've found out that some seams in my panniers are letting loose, meaning that I'm not 100% waterproof anymore. I'm not too happy about that, as they're supposed to last for a lot longer than just 10,000km of riding... Anyway, I'll find a solution to that as I have been finding solutions to all my problems so far, so don't worry about me getting wet!

Een weekje Amer... Australie

Een week op de fiets en ik ben de regen en geweldige kust van de eerste drie dagen alweer bijna vergeten. Kangoeroes zouden het maken van foto's niet meer waard zijn (zoveel lopen er rond), ware het niet dat ze niet graag een camera op zich gericht zien. Het is wel een indrukwekkend gezicht als er opeens drie voor je neus de weg oversteken als ware het een pogostickrace.

De kustlijn (is dat Nederlands? ik weet het soms niet meer)van de eerste dagen was spectaculair genoeg om de ontelbare korte regenbuitjes te compenseren. Elk halfuur kreeg ik een douche, om vervolgens binnen 10 minuten weer droog te zijn. Dat veranderde gelukkig inzon en temperaturen die julliedan misschien wel eindelijk jaloers maken (25 graden is heerlijk fietsweer!)toen ik landinwaarts trok richting de Grampians, een bergketen waar kennelijk alle Victorianen naartoe verhuizen met Pasen. Gelukkig kon ik de drukte een beetje omzeilen door mijn tent op te zetten midden in een stel afgebrande bomen, om 's morgens door een emoe begroet te worden (wederom niet gewillig om op de foto te gaan, de mierenegel - 'echidna' in mooiere termen - die ik eerder zag werkte ook al niet mee, wat is het toch met dieren?).

De indruk die ik altijd had dat Australie erg lijkt op Amerika blijkt ook niet ongegrond. De wegen zijn wijd, de auto's groot (nog even voor de duidelijkheid: een road-train is een vrachtwagen met twee of meer trailers, die met gigantische snelheid over de highways scheuren. Aangezien ik die vermijd, ben ik nog geen road-train tegengekomen!) en de mensen vriendelijk (zo kreeg ik thee van een vrouw in een information center en hoefde ik niet 14 maar 10 dollar te betalen om te kamperen, vanwege het weer!). Het is ook fijn om eens locals tegen te komen in plaats van alleen maar toeristen. Enig nadeel: alle prijzen zijn gelijk in dollars vergeleken met Nieuw-Zeeland, jammer genoeg is de Ozzy dollar 25% sterker dan de Kiwi dollar...

Anyway, ik begin goed te worden in Nederlandse verhaaltjes typen! Denken en doen gaat allemaal in Engels (als ik Nederlands probeer te denken gaat het meestal na twee woorden fout), maar zodra ik typ verschijnen er zowaar zinnen op het beeldscherm. Tot slot: happy Easter (eet je niet misselijk aan eieren, dat doe ik wel, maar ik heb de chocola nodig voor energie!)

Ozzy time

Na de zonneschijn, regen, wind, hitte, kou, fantastische uitzichten, heuvels, bergen, levensgevaarlijke beesten (sandflies vallen je aan zodra je stilstaat, en vliegen eindeloos tegen het dak van je tent zodat je denkt dat het regent), modder en Duitse toeristen te hebben getrotseerd is het tijd om de kiwi in te ruilen voor een kangoeroe en groene bossen voor droge vlaktes. Kortom: het is tijd om na anderhalve week de fiets weer het werk te laten doen (mijn dieet is de afgelopen geslonken tot half van wat ik normaal eet) en de Australische wegen onveilig te maken (nog onveiliger dan ze al zijn met de road-trains die ik hopelijk niet te veel ga tegenkomen)!

De weg van Melbourne (de stad valt een beetje tegen, maar dat komt vast doordat ik de rust van Nieuw-Zeeland gewend ben en er hier net zoveel mensen wonen in Melbourne als dat er Kiwi's zijn) naar Sydney zal ik beginnen door in de andere richting te rijden, want Great Ocean Road, die zuidwest van Melbourne loopt, schijnt de moeite waard te zijn. Daarna fiets ik noordwaarts naar de Grampians, en de route daarna is nog onduidelijk. Er zijn zowaar meer wegen die naar Sydney leiden!

Steven hiking the world?

Het fietsen zit erop! Aangekomen in de meest zuidelijke stad van Nieuw-Zeeland moest ik zowaar een halve cultuurshock verwerken (het is even schrikken na weken afgelegen wegen met hooguit een verdwaalde toerist of schaapop de weg ineens voor stoplichten te moeten wachten met naast en achter je ongeduldige Kiwi's) en binnen een paar uur had ik mijn volgende uitdaging alweer gepland: drie dagen over Stewart Island lopen, in de hoop 's avonds een hut tegen te komen waar ik in kan slapen. Iedereen die hier komt, doet ergens een meerdaagse wandeltocht (en aangezien wandeltocht een beetje zwak klinkt, noem ik het vanaf nu 'tramp', op z'n Kiwi's), dus ik kan niet achterblijven en begin mijn eerste tramp morgen en eindig hopelijk zaterdag met nieuwe ervaringen!

Wat de afgelopen tijd betreft: van de 8 meter die jaarlijks in het zuidwesten valt, heb ik misschien 5mm gezien, en voor de rest vooral zonnestralen en een hoop bergen en meren (en schapen). Met andere woorden: ik heb me best vermaakt.

Nice country if you can see it

Er zijn een paar dingen gebeurd sinds de laatste keer dat ik schreef, teveel om op te noemen zelfs. Een paar hoogte- en dieptepunten: zonnig weer! Afgezien van gisteren, toen ik tegen beter weten in met gigantische tegenwind (100kmh rukwinden), regen en geen uitzicht het wegdek van dichterbij ging bekijken (wind blies me in een treinrail die parallel over de weg liep, resultaat: pleister over de knie en een gat in mijn niet al te goedkope regenbroek en een gekrenkte trots), is het genieten van uitzichten geblazen. Ik heb zelfs wilde dieren weten te vinden! Ik weet nu hoe walvissen, dolfijnen, zeehonden, albatrossen, vogel-waarvan-ik-de-naam-niet-weet en de kea eruit zien. De kea verdient een speciale toelichting; ze zien eruit als papegaaien en stelen werkelijk ALLES. In de twee nachten dat ze in de buurt van mijn tent waren, namen ze mijn sandalen weg uit de voortent (de volgende ochtend vond ik een terug in het water en de ander naast de tent met een gat erin), molesteerden ze de zadel en binnentent van een medefietser en de foam van mijn stuur (gelukkig kun je alles maken met ductape), en hielden ze mensen in hun auto wakker omdat ze probeerden een gat in het metaal te pikken.

Foto's heb je nog van me tegoed.

How to exhaust yourself

To sum up the past week: rain on as many days as I've heard people speaking Dutch (it's as if there is a tunnel from Holland to NZ), three punctures caused by mysterious forces, Maori using hot springs to cook, falling out of a plane and jamming an ATM (one of these was planned), and meeting people with the craziest stories of how they got here (a girl flying into Auckland without knowing what to do, seeing someone assemble his bike, and deciding to cycle through the country, or a guy quitting his job and flying out 5 days later with no plans). Compared to those people I really planned my trip well, and all I did was book my flights.

I'm pretty tired as we speak (uphills and headwind...) and I'm going to try and wake up in time to catch the 7am (that's dinner time for you!) shuttle to the Tongariro Alpine Crossing, supposedly one of the most beautiful day hikes around. Then it's off to Wellington and I should be on the South Island by the end of the week. That's where the real fun will begin (weather permitting).

Also sorry for the people who really want to read this in Dutch, but I'm tired and it's getting harder to think in my mother tongue.